Een ontvangstbevestiging vragen

Soms wil je echt zeker weten dat een bepaalde e-mail is aangekomen, net als bij het sturen van een aangetekende brief. Je kunt dan vragen om een ontvangstbevestiging. Er zijn twee soorten ontvangstbevestiging:

  • De ontvangstbevestiging vanuit een e-mailprogramma; deze wordt vaak alleen verzonden als de ontvanger hier expliciet opdracht voor geeft. Dit type ontvangstbevestiging wordt in dit artikel niet behandeld, zie de documentatie van je e-mailprogramma voor meer informatie.
  • De ontvangstbevestiging vanuit tussenliggende mailservers met behulp van een DSN; deze wordt in ieder geval door de NederHost mailserver verzonden. Deze ontvangstbevestiging geeft zekerheid over de aflevering van de e-mail op de mailserver van de ontvanger, maar geeft niet aan of de e-mail daadwerkelijk is gelezen.

Deze tweede manier kun je op één van de volgende manieren instellen:

  • Vanuit Secure Webmail zet je dit eenvoudig aan bij het opstellen van een bericht. Klik je op het tandwiel bovenaan het scherm en vink vervolgens de optie 'Afleveringsstatusnotificatie (DSN)' aan.
  • Sommige e-mailprogramma's hebben ook de optie om een DSN aan te vragen. Raadpleeg de documentatie van je e-mailprogramma voor meer informatie.
  • Als je e-mail zelf verstuurd via SMTP dan pas je het RCPT TO-commando als volgt aan:

RCPT  NOTIFY=SUCCESS

De melding die je krijgt van de mailserver lijkt erg op de foutmelding die je krijgt bij een foutief adres (ook zo'n foutmelding is namelijk een DSN). De betreffende melding bevat een regel die er als volgt uitziet:

delivery via mx.example.com[198.51.100.3]:25: 250 2.0.0 accepted message M2h2h5bL2

De informatie uit deze regel lees je als volgt:

het e-mailadres van de ontvanger
  • mx.example.com[198.51.100.3]: de mailserver en het bijbehorende IP-adres van de ontvanger
  • 250 2.0.0 accepted message..: de melding van de mailserver na ontvangst van het bericht. Als e-mail als spam wordt uitgefilterd dan wordt dit vaak (maar niet altijd) in deze terugmelding genoemd. Ieder bericht krijgt een uniek kenmerk toegewezen, dit wordt meestal in deze melding genoemd. In dit geval is het kenmerk M2h2h5bL2. Een statuscode die begint met een 2 duidt op een succesvolle aflevering.